Wie heeft de poes van de zus,
Van de knecht van de neef,
Van de baas van de kok gezien?
Ze heeft een belletje, en een zacht velletje,
En ze kan tellen van 1 tot 10.
Pas lag ze nog op de hoek,
Van de bank in de tuin,
Van het huis van de groentevrouw.
Ze lag te soezen als alle poezen.
Nu is ze weg en waar is ze nou?
Hier staat haar melk uit de fles,
Op de kar van de man,
Uit de zaak die de melk verkoopt.
Poes is verdwenen, zacht op haar tenen.
Waar zit de poes die op sokjes loopt?
Wie zag de poes van de zus,
Van de knecht van de neef,
Van baas van de kok misschien? MIAUW!
Kun je d’r horen simpesampore?
Poes is terug nu is alles goed!
m. Willem Vogel
t. Han G. Hoekstra
Dit is een voorvertoning. Bekijk het origineel via de knop hieronder.