In de takken, in de blad’ren,
In mijn rokje, in mijn haren
Overal waar wind kan komen
Danst de wind, de wind.
En ik heb twee blote voeten,
Die van blijdschap dansen moeten
Overal waar ik een plekje,
Om te dansen vind.
m. Beatrijs Gradenwitz
t. Harriet Laurey