Het paard van Sint Niklaasje,
Dat loopt zo vlug, dat loopt zo vlug.
Dat draagt zijn vriend’lijk baasje,
Zo stevig op zijn rug.
Het springt er met het grootst gemak,
Van ‘ t ene op het and’re dak,
En loopt en draaft maar ongestoord,
Langs alle daken voort.

Het paard van Sint Niklaasje,
Dat weet wel wat zijn baasje wil.
En komt het bij een schoorsteen,
Dan staat het daad’lijk stil.
Sint Niklaas neemt op ieder dak,
Wat lekkers uit een grote zak.
Hij buigt zich naar de schoorsteenrand,
En strooit met volle hand.

Hoe juichen dan de kind’ren,
Ze springen en ze dansen maar,
En zoeken al het lekkers,
Zo vrolijk bij elkaar.
Ze hebben dan de grootste pret,
En gaan daarna zo blij naar bed.
En ‘t paardje trippelt blij te moe,
Naar and’re kind’ren toe.

Sara Maria Bouman-van Tertholen

Dit is een voorvertoning. Bekijk het origineel via de knop hieronder.