"Goedendag met elkander."
"Waar ga je heen?" vraagt de ander.
"Ga je mee? Over zee?"
"Nou, ik dacht het niet,
Die is veel te diep."
Maar als wij dan een bruggetje slaan,
Dan kan onze *naam kind* uit wandelen gaan!
Mag ik over jouw bruggetje lopen,
Om een stukje brood te kopen
Of een zoute krakeling?
"Floep!" zei het mannetje, "Het water in!"
Kielekiele kiele...