Er was eens een kleine kabouterman,
Die had er een keurig, rood jasje an.
Hij woonde in een huis niet te klein, niet te groot,
De muren mooi rond, en het dak helder rood.

Maar toen op een dag, wat een ongeluk,
Toen waaide zijn hele kabouterhuis stuk.
Och, arme kabouter, wat moest hij beginnen?
Gelukkig kon hij bij de buren naar binnen.

En wat hebben toen al z’n vriendjes gedaan?
Ze zijn met z’n allen aan ‘t bouwen gegaan.
Ze bouwden een huis, niet te klein niet te groot,
Met muren mooi rond en een dak helder rood.

Dit is een voorvertoning. Bekijk het origineel via de knop hieronder.