Er liggen geen appeltjes meer op de grond,
Heb je ze al in je mandje?
Dan gaan we snel op een drafje naar huis,
Niet laten vallen hoor, Jantje!

Morgen maakt moeder er appelmoes van,
Wij mogen helpen met vullen.
Eén potje is er voor jou, één voor mij.
Kind’ren wat zullen wij smullen!

t. Rie Cramer (1887-1977)
m. Geertruida van Vladeracken (1880-1947)

Dit is een voorvertoning. Bekijk het origineel via de knop hieronder.