Vijf kaboutertjes zijn heel erg moe,
En slapen met hun oogjes toe,
Totdat de zon met zijn warme stralen,
De kaboutertjes uit hun slaap komt halen.
Kabouter Duim wordt wakker,
Hij wekt zijn makker.
Kabouter Wijsvinger is boos!
Hij sliep nog als een roos!
Kabouter Middelvinger staat op,
Met een slaperige kop.
Maar Kabouter Ringvinger doet kwiek,
Zijn ochtendgymnastiek.
“Ik ook!”, roept kabouter Pink,
En hij voelt zich heel erg flink.
En dan roepen alle kaboutertjes in koor:
"Dag lief zonnetje, blijf schijnen hoor!”

Herkomst onbekend