Toen het biggetje* geboren werd,
Op de negentiende mei.
Toen was het nog zo klein, zo klein,
Maar het moeder varken zei:
“Strakjes ga je groeien, groeien, groeien,
En dan word je net zo groot,
Net zo groot als wij."
Toen het baby’tje* geboren werd,
Op de negentiende mei.
Toen was het nog zo klein, zo klein,
Maar zijn moeder zong zo blij:
“Strakjes ga je groeien, groeien, groeien,
En dan word je net zo groot,
Net zo groot als wij."
* lammetje, veulentje, kalfje etc.
Thera Coppens en Hans Peters jr.