Al zijn de mieren nog zo klein,
Ze kunnen geweldig sjouwen.
Ze kunnen, omdat ze zo vlijtig zijn,
Heel hoge heuvels bouwen.
Ze dragen voorzichtig, één voor één,
De takjes en de sprietjes.
En als het te zwaar is voor één alleen,
Dan doen ze het met z’n drietjes.
t. Harriet Laurette
m. Vrijekleuterklas